2025年12月19日
On 12 October 2025, the Ministry of Economic Affairs announced that its Minister Karremans had invoked the Goods Availability Act (Wet beschikbaarheid goederen, Wbg) on 30 September 2025 to impose measures on semiconductor manufacturer Nexperia. The aim of this measure was to prevent the goods produced by Nexperia (chips for cars and consumer electronics) from becoming unavailable in an emergency situation. The order imposed on Nexperia meant that no changes could be made to Nexperia's assets, intellectual property, business activities or personnel for a period of one year. This is the first time the Minister has invoked the Wbg since the Act came into force in 1952.
The Wbg dates back to 1952 and gives ministers the power, if they deem it necessary, to issue orders to owners of goods to ensure that those goods remain available in preparation for emergencies. In an explanatory letter to parliament, the Minister stated that he had received serious indications of the improper transfer of production capacity, financial resources and intellectual property rights from Nexperia to a Chinese company owned by the CEO, which was not affiliated with Nexperia. The letter also stated that, on the basis of the order, the Minister could block or reverse decisions within the company if they were detrimental to the interests of the company or Europe's critical value chain. The powers mentioned in the letter are not further explained in the provisions of the Wbg. Furthermore, the text of the law does not contain any information about other requirements or criteria that must be met in order to justify the use of those powers, which seems to give the Minister considerable discretionary power.
At the same time, separate proceedings were pending before the Netherlands Enterprise Court at the Amsterdam Court of Appeal (the Enterprise Court) in which the CLO of Nexperia B.V. and Nexperia Holding B.V. requested that the Chinese CEO (who is also the controlling shareholder of the Chinese parent company Yuching) be suspended as a director of both Dutch legal entities. The sole shareholder of the Dutch branch of Nexperia is a Chinese company, Yuching. This meant that Nexperia would be subject to US trade sanctions more specifically the so-called 50% rule, that would take effect in the short term,. This rule means that trade restrictions are imposed on companies whose shares are 50% or more owned by certain (legal) persons, including Yuching. In the preliminary opinion of the Enterprise Court, there were valid reasons to doubt the correctness of Nexperia's policy and conduct. Nexperia had promised the State to change its governance as a result of the 50% rule, but had failed to fulfil those promises. Furthermore, very large orders for wafers were placed with WSS, a Chinese sister company in which the CEO had a stake and which was facing economic setbacks, which seemed to indicate a conflict of interest. The Enterprise Chamber granted the request for suspension, a new director was appointed and the shares were placed under management. It was recently announced that an HR employee of the company had also been suspended because this employee was possibly a front man for the suspended CEO. In summary proceedings subsequently brought by that employee before the Gelderland District Court, the subdistrict court ruled that the decision to suspend the employee outweighed his interest in being allowed to return to work.
On 14 October 2025, shortly after the Wbg was deployed, the Chinese government responded by imposing an export ban on Nexperia's Chinese chip factory. The automotive industry in particular makes extensive use of Nexperia chips and feared major consequences. Possibly in response to pressure from that sector, Minister Karremans announced in a letter dated 19 November 2025 that he would temporarily lift his measure in order to restore relations between the Dutch and Chinese branches of Nexperia. The Dutch part of Nexperia also sent an open letter to the Chinese part calling for deliveries to be resumed. Those deliveries have now been partially resumed, but diplomatic relations between the Netherlands and China have been damaged, to say the least.
The first use of the Wbg could indicate a change in the industrial policy pursued by the Dutch government. At the same time, the ruling of the Enterprise Chamber makes it clear that there was irresponsible business conduct by the CEO, which seemed unrelated to current geopolitical developments and tensions. In any case, it seems no small coincidence that the use of this special law affects a company that is active in a sector that falls within the scope of the Security Screening of Investments, Mergers and Acquisitions Act (Wet Vifo). This Act obliges companies active in the field of sensitive technology to report any change in control of a company or if a third party acquires so-called significant influence. The scope of application is already relatively broad (military goods, dual-use goods and the necessary sensitive technologies) and is expected to be expanded shortly to include six new categories, including specific AI technologies, which we elaborated upon in one of our previous publications on this subject.
The author would like to thank Jonathan Gijraht and Sara Burgmans for their contribution and insights in relation to this article.
Op 12 oktober 2025, maakte het Ministerie van Economische Zaken (EZ) bekend dat Minister Karremans de Wet beschikbaarheid goederen (de Wbg) op 30 september 2025 had ingezet bij halfgeleiderfabrikant Nexperia. Die inzet had als doel om te voorkomen dat de goederen die Nexperia produceert (chips voor auto’s en consumentenelektronica), in een noodsituatie niet beschikbaar zouden zijn. De last die Nexperia opgelegd kreeg hield in dat één jaar lang niks veranderd mocht worden aan de activa, intellectuele eigendom, de bedrijfsactiviteiten en het personeel van Nexperia. Het is de eerste keer dat de Minister gebruik maakt van de Wbg sinds het bestaan van de wet (1952).
De Wbg vindt haar oorsprong in 1952 en biedt ministers de bevoegdheid, indien het naar hun oordeel noodzakelijk is, bevelen uit te vaardigen aan rechthebbenden van goederen ter verzekering van het beschikbaar blijven van die goederen ter voorbereiding op noodsituaties. De Minister stelde in een toelichting in een brief aan de kamer dat hij serieuze signalen ontving over de oneigenlijke verplaatsing van productiecapaciteit, financiële middelen en intellectuele eigendomsrechten van Nexperia naar een Chinese onderneming van de CEO. Ook vermeldde de brief dat de Minister op basis van het bevel beslissingen binnen het bedrijf kan tegengehouden of terugdraaien, indien deze schadelijk zouden zijn voor de belangen van het bedrijf of de cruciale waardeketen van Europa. De bevoegdheden die in de brief worden genoemd, worden niet nader toegelicht in de bepalingen van de Wbg. Verder bevat de wettekst ook geen informatie over andere eisen of criteria waaraan voldaan moet worden om de inzet van die bevoegdheden te rechtvaardigen, waardoor de Minister de nodige discretionaire ruimte lijkt te hebben.
Tegelijkertijd liep er reeds een separate procedure bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam (de Ondernemingskamer) waarin door de CLO van Nexperia B.V. en Nexperia Holding B.V. werd verzocht om de Chinese CEO van (tevens controlerend aandeelhouder van het Chinese moederbedrijf Yuching) te schorsen als bestuurder van beide B.V.’s. De enige aandeelhouder van de Nederlandse tak van Nexperia is een Chinese vennootschap, Yuching. Dit zorgde ervoor dat Nexperia onderworpen zou worden aan Amerikaanse handelssancties die op korte termijn in werking zouden treden, meer specifiek de zogeheten 50%-rule. Deze regel houdt in dat handelsbeperkingen worden opgelegd op vennootschappen waarvan de aandelen voor 50% of meer worden gehouden door bepaalde (rechts)personen, onder wie Yuching. Naar voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer waren er gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken bij Nexperia. Nexperia had toegezegd aan de Staat om haar governance te wijzigen als gevolg van de 50% rule, maar was die toezeggingen niet nagekomen. Voorts werden er zeer grote orders voor wafers geplaats bij WSS, een Chinees zusterbedrijf waar de CEO een aandeel in had en die te kampen had met economische tegenslag, waardoor sprake leek te zijn van belangenverstrengeling. De Ondernemingskamer heeft het verzoek tot schorsing toegewezen, een nieuwe bestuurder is benoemd en de aandelen zijn onder beheer geplaatst. Onlangs werd bekend dat ook een HR medewerker van het bedrijf op non-actief was gesteld, omdat deze medewerker mogelijk een stroman van de geschorste CEO zou zijn. In een kort geding dat die werknemer vervolgens aanspande bij de rechtbank Gelderland, oordeelde de kantonrechter dat de beslissing om de werknemer op non-actief te stellen zwaarder woog dan zijn belang om weer aan het werk te mogen.
Op 14 oktober 2025, kort na de inzet van de Wbg, reageerde de Chinese regering door een exportverbod in te stellen voor de Chinese chipfabriek van Nexperia. Vooral de auto-industrie maakt veel gebruik van de chips van Nexperia en vreesde grote gevolgen. Mogelijk naar aanleiding van druk vanuit die sector liet minister Karremans bij brief van 19 november 2025 weten dat hij zijn maatregel tijdelijk op zou heffen, om de relatie tussen de Nederlandse en Chinese takken van Nexperia te herstellen. Het Nederlandse deel van Nexperia stuurde tevens een open brief aan het Chinese deel waarin werd opgeroepen om weer de leveringen te hervatten. Die leveringen zijn inmiddels ook weer gedeeltelijk hervat, maar de diplomatieke relatie tussen Nederland en China heeft op zijn zachtst gezegd een deuk opgelopen.
De eerste inzet van de Wbg zou kunnen wijzen op een verandering in het industriebeleid dat de Nederlandse regering nastreeft. Tegelijkertijd maakt de uitspraak van de Ondernemingskamer duidelijk dat er in algemene zin sprake was van onverantwoorde bedrijfsvoering, die los staat van de huidige geopolitieke ontwikkelingen. Het lijkt in ieder geval geen toeval dat de inzet van deze bijzondere wet het een bedrijf raakt dat actief is in een sector die onder het toepassingsbereik van de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) valt. Deze wet verplicht bedrijven, actief op het gebied van sensitieve technologie, een melding te doen wanneer er een verandering plaatsvindt in de zeggenschap over een onderneming of als een derde partij zogenaamde significante invloed vergaart. Het toepassingsbereik is al relatief breed (militaire goederen, dual-use goederen en de nodige sensitieve technologieën) en zal naar verwachting binnenkort worden uitgebreid met zes nieuwe categorieën, waaronder specifieke AI-technologieën. Zie daarover ook onze eerdere publicatie.
De auteur bedankt Jonathan Gijraht en Sara Burgmans voor hun bijdrage en inzichten bij dit artikel.