作者

Vera Jurgens

合伙人

Read More

Tim Mimpen

高级律师

Read More
作者

Vera Jurgens

合伙人

Read More

Tim Mimpen

高级律师

Read More

2021年4月30日

Attachments and Executions Amendment Act – everything you need to know about the new rules

  • Briefing

Compared to neighbouring countries, it's relatively easy to levy attachments in the Netherlands. The Attachments and Executions Amendment Act (the Act) aims to simplify the rules applicable to attachments by creditors by expanding the possibilities of levying attachments digitally. The rules governing attachments and executions have also become more efficient, making the process of collecting claims less expensive for creditors.

As a counterbalance, the subsistence level of debtors who are natural persons has been safeguarded further. The first two phases of the Act came into effect on 1 October 2020 and 1 January 2021 respectively, offering ample opportunities for creditors. The third phase came into effect on 1 April 2021, and expands the possibilities for creditors to successfully collect their claims.  

Below we discuss the most significant amendments of the Act. Please note that the changes mentioned are most relevant for creditors who have obtained an enforceable order (ie an original document required by a bailiff to proceed with attachment and execution, in particular a court ruling awarding the creditor’s claim).

Knowledge about bank accounts

Until recently, creditors who did not know their debtor’s bank details had to levy an attachment at several banks randomly; this is no longer necessary. Bailiffs have received very pragmatic powers from 1 January 2021; now, before levying attachment, a bailiff can specify the banks involved, regardless of whether a debtor has a bank account with the bank concerned. The obvious advantage for creditors is that they no longer have to levy unnecessary attachments at several banks to find the debtor’s credit balance. Creditors can thus levy targeted attachments and save costs.

Following this, banks are obliged to respond to the bailiff’s request at the earliest opportunity. Banks are also prohibited from informing the debtor of the bailiff’s request, ensuring the debtor does not learn of a pending attachment in time to transfer their credit balance to another bank. The bank be allowed to notify the debtor only after the attachment has been levied and the balances have been frozen.

Term third-party statement

If a bank account is attached, creditors will want to know whether the attachment has been successful; the bank knows the balance of the bank account when attachment was levied. If wages are attached, the employer is the party that knows exactly what the debtor’s wages are. After attachment has been levied, banks and employers must provide a third-party statement to the bailiff, so that the creditors can learn whether the attachment has been successful. The term for providing this third-party statement has been reduced from four to two weeks. As a result, creditors will now learn whether the attachment has been successful earlier.

Digital attachment of motor vehicles

As of 1 April 2021, a bailiff can digitally attach motor vehicles. Unlike before, the bailiff no longer needs to have seen the motor vehicle to include it in the attachment. Under the former Act, a bailiff could only attach a motor vehicle if they found it on site, which sometimes made it difficult for creditors to attach motor vehicles. In the near future, a bailiff will be able to levy an administrative attachment by accessing the vehicle registration system of the National Vehicle and Driving Licence Registration Authority and by subsequently preparing an official digital report. This will offer opportunities for creditors.

The vehicle registration system of the National Vehicle and Driving Licence Registration Authority only includes Dutch vehicle registrations. As of 1 April 2021, bailiffs can digitally attach Dutch vehicle registrations, even if the vehicle concerned is used abroad. Unfortunately, it's not possible to digitally attach motor vehicles with a foreign registration; these vehicles must still be bound by the bailiff on site to be attached.

Attachment costs may not exceed proceeds

As of 1 October 2020, the Act provides that a creditor may not levy attachment if it is foreseeable that the attachment costs will exceed the proceeds. An attachment is intended to obtain settlement of a claim, so if the costs involved with attachment and execution exceed the proceeds, this will not help in settling the claim.

There is a line between attachment for the purpose of recovery or threatening with attachment to pressure a debtor to settle their claim using other means. On a case per case basis, creditors will have to assess whether this line is reached or even crossed. Attachments may not be used to circumvent the protected earnings level (which prevents a debtor’s income from dropping below subsistence level).

Other changes

The following changes are also enacted:

  • The prohibition to attach movables has been modernised. Under the new Act household effects, clothing, food, general necessities of life, highly personal items (eg a wedding ring), items used for work or studies and pets may not be attached, unless it concerns assets with an excessive value, such as valuable jewellery or art.
  • Under existing laws immovable property (such as buildings) can be sold through a digital foreclosure sale. As of 1 October, this also applies to movables.
  • Under the former attachment and execution act a protected earnings level was observed when wages were attached. This means that part of the wages are not attached to ensure the debtor’s income does not drop below subsistence level. As of 1 January 2021, the protected earnings level is applicable to bank attachments as well. The protected earnings level is at least € 1,486.37.

In short, this amendment of the Attachment and Execution Act offers opportunities to creditors while simultaneously protecting the subsistence level of debtors with limited repayment capacity.

Find out more

If you'd like to discuss any of the issues raised in this article, please reach out to a member of our Disputes & Investigations team.


Het nieuwe beslag- en executierecht

In Nederland is het, vergeleken met omringende landen, vrij eenvoudig om beslag te leggen. De Wet herziening beslag- en executierecht (de Wet) beoogt het beslag- en executierecht voor schuldeisers eenvoudiger te maken door de mogelijkheden tot digitaal beslag leggen te verruimen. Ook wordt het beslag- en executierecht efficiënter met als gevolg dat schuldeisers minder kosten hoeven te maken om vorderingen te incasseren. Enig tegenwicht biedt de Wet, uitgebreider dan voorheen, door waarborging van het bestaansminimum van natuurlijke personen met schulden. De eerste twee fasen van de Wet zijn op 1 oktober 2020 en 1 januari 2021 in werking getreden en dat biedt volop kansen voor schuldeisers. De derde fase treedt binnenkort (op 1 april 2021) in werking en verruimt eveneens de mogelijkheden voor schuldeisers om vorderingen succesvol te incasseren.  

De belangrijkste wijzigingen op grond van de Wet worden hieronder besproken. Houd er rekening mee dat onderstaande veranderingen met name van belang zijn voor schuldeisers die beschikken over een executoriale titel. Een executoriale titel is een origineel stuk dat de deurwaarder nodig heeft om tot beslag en executie over te gaan. Daarbij kan met name worden gedacht aan een vonnis waarin de vordering van een schuldeiser door de rechter is toegewezen.

Wetenschap over bankrekening

Tot voor kort moesten schuldeisers, die niet weten waar hun schuldenaar bankiert, op goed geluk beslag leggen bij een of meerdere banken. Dat is nu niet meer nodig. Per 1 januari 2021 komt de deurwaarder een zeer praktische bevoegdheid toe. De deurwaarder kan voorafgaand aan het leggen van bankbeslag aan banken vragen of de schuldenaar bij hen een bankrekening aanhoudt. Dit levert voordelen op voor schuldeisers, omdat zij onder de nieuwe Wet niet meer onnodig bankbeslag hoeven te leggen onder meerdere banken om te achterhalen waar de schuldenaar tegoeden aanhoudt. Op deze manier kunnen schuldeisers gerichter beslag leggen en zodoende beslagkosten besparen.

De bank is vervolgens verplicht om op kortst mogelijke termijn te antwoorden op het verzoek van de deurwaarder. Het is de bank bovendien niet toegestaan om de schuldenaar op de hoogte te stellen over het verzoek van deurwaarder. Op deze manier wordt voorkomen dat de schuldenaar wetenschap krijgt van een aankomend bankbeslag en zijn banktegoeden op een bankrekening bij een andere bank stort. De bank mag de schuldenaar pas op de hoogte stellen nadat het bankbeslag is gelegd en (als een gevolg daarvan) de banktegoeden zijn bevroren.

Termijn derdenverklaring

Indien beslag wordt gelegd op een bankrekening, wil de schuldeiser weten in hoeverre het beslag doel heeft getroffen. Bij beslag op een bankrekening weet de bank hoeveel geld er op het moment van beslaglegging op de bankrekening staat. Bij loonbeslag is de werkgever degene die precies weet hoe hoog het loon is dat de schuldenaar ontvangt. Om die reden moeten banken en werkgevers nadat beslag is gelegd een zogenaamde derdenverklaring afgeven aan de deurwaarder, zodat de schuldeiser weet of het beslag doel heeft getroffen. De termijn voor het doen van een derdenverklaring wordt verkort van vier weken naar twee weken. Daardoor weet een schuldeiser eerder in hoeverre het beslag doel heeft getroffen.

Digitaal beslag op motorrijtuigen

De deurwaarder kan vanaf 1 april 2021 ook digitaal beslag leggen op motorrijtuigen. Het motorrijtuig hoeft dan niet meer, zoals voorheen, door de deurwaarder te zijn gezien om het in beslag te nemen. Onder het oude beslag- en executierecht kon de deurwaarder enkel beslag leggen op een motorrijtuig als hij het motorrijtuig ter plekke aantrof. Daardoor kon het voor een schuldeiser soms lastig zijn om beslag te leggen op een motorrijtuig. In de nabije toekomst kan de deurwaarder zogenaamd administratief beslag leggen door het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer in te zien en vervolgens een digitaal proces-verbaal op te maken. Dat biedt dan ook kansen voor schuldeisers.

In het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer staan enkel Nederlandse kentekens ingeschreven. De deurwaarder kan vanaf 1 april 2021 digitaal beslag leggen op Nederlandse kentekens, ook als het voertuig in het buitenland rijdt. Voor motorrijtuigen met een buitenlands kenteken is digitaal beslag leggen helaas niet mogelijk. Daarvoor blijft vereist dat de deurwaarder het motorrijtuig ter plekke aantreft.

Beslagkosten mogen opbrengsten niet overschrijden

Per 1 oktober 2020 staat in de Wet dat een schuldeiser geen beslag mag leggen als voorzienbaar is dat de beslagkosten de opbrengsten zullen overstijgen. Het doel van beslaglegging is een vordering voldaan te krijgen. Als de kosten van beslag en executie hoger zijn dan de opbrengsten, dragen deze niet bij aan voldoening van de vordering. Er bestaat een grens tussen wanneer de beslaglegging daadwerkelijk strekt tot verhaal of enkel wordt gebruikt als pressiemiddel om de schuldenaar te bewegen op andere manieren de vordering te voldoen. Per geval zal moeten worden beoordeeld of deze grens wordt bereikt of zelfs wordt overschreden. Het leggen van beslag mag niet worden ingezet om de beslagvrije voet (die voorkomt dat een schuldenaar onder het bestaansminimum zakt) te omzeilen.

Overige wijzigingen

Daarnaast zijn op grond van de Wet nog enkele wijzigingen in werking getreden die hieronder kort worden aangestipt:

  • het beslagverbod dat geldt voor roerende zaken is gemoderniseerd. Op grond van de Wet geldt dat inboedel, kleding, levensmiddelen, algemene dagelijkse levensbehoefte, hoogstpersoonlijke zaken (zoals een trouwring), zaken voor werk of studie, en huisdieren onbeslagen moeten blijven, tenzij het gaat om zaken van bovenmatige waarde zoals kostbare sieraden of kostbare kunst
  • op grond van de bestaande wetgeving kunnen onroerende zaken (zoals gebouwen) al langer via een digitale executieveiling worden verkocht. Per 1 oktober 2020 geldt dit ook voor roerende zaken
  • onder het oude beslag- en executierecht was al een beslagvrijevoet van toepassing bij het leggen van loonbeslag. Dit houdt in dat een gedeelte van het loon onbeslagen blijft, zodat de schuldenaar niet onder het bestaansminimum komt. Per 1 januari 2021 geldt de beslagvrijevoet ook voor bankbeslagen. De beslagvrije voet bedraagt minimaal € 1.486,37.

Kortom, de herziening van het beslag- en executierecht biedt kansen voor schuldeisers, maar beschermt tegelijkertijd het bestaansminimum van schuldenaren met weinig aflossingscapaciteit.

Meer weten

Benieuwd welke mogelijkheden de Wet u biedt, neem dan contact op met een medewerker van ons Disputes & Investigations team.<

Call To Action Arrow Image

Latest insights in your inbox

Subscribe to newsletters on topics relevant to you.

Subscribe
Subscribe

Related Insights

纠纷和调查

The effect of the Wwft on banking relationships (part II)

2022年1月19日
Briefing

作者 Vera Jurgens

点击此处了解更多
纠纷和调查

Crowdfunding, access to finance for SMEs

2022年1月19日
Briefing

作者 Vera Jurgens

点击此处了解更多
纠纷和调查

The effect of the Wwft on banking relationships

2022年1月19日
Briefing

作者 Vera Jurgens

点击此处了解更多