14 décembre 2025
The Collective Heat Act (Wet collectieve warmte, “Wcw”) was adopted by the Dutch House of Representatives on 3 July 2025. The Wcw is intended to regulate the use of district heating networks. With this legislation, the government aims to accelerate the transition to sustainable energy. Under the Wcw, municipalities are assigned a coordinating role in the heat transition. Ensuring a reliable and affordable heat supply and offering enhanced consumer protection are central objectives, and heat supply undertakings must henceforth be predominantly publicly owned. The primary goals of the Wcw are to secure the sustainable and reliable supply of heat and to improve consumer protection against high energy costs.
The bill was subsequently submitted to the Senate, which adopted it on 9 December 2025. The Wcw is an extensive piece of legislation, the key elements of which are outlined below.
The Wcw grants the municipal executive (college van burgemeester en wethouders, “B&W”) the authority to designate specific areas as heat parcels (warmtekavels) if the executive considers a collective heat system within that area a suitable alternative to natural gas. The municipal executive has broad discretion in determining the size and boundaries of a heat parcel.
However, the area must be of such a size that a heat supply undertaking can construct and operate a collective heat system efficiently and ensure an adequate level of security of supply within the heat parcel. This is intended to contribute to an efficient heat transition. Municipalities may also cooperate with neighbouring municipalities to designate a heat parcel covering multiple municipal territories.
Once a heat parcel has been designated, the municipal executive must appoint a heat supply undertaking with exclusive authority to construct and operate a district heating network within that parcel. The executive cannot appoint any arbitrary provider. Under the Wcw, only undertakings of which more than 50% of shares are directly or indirectly held by public authorities may be appointed. The rationale is to safeguard public control over this essential energy infrastructure.
During the first ten years after entry into force of the Wcw, the municipal executive may appoint a heat supply undertaking without a public majority shareholding if no such publicly majority-owned undertaking is available for that heat parcel. Appointments are made for a minimum term of 20 years and a maximum of 30 years.
The Wcw introduces a new system of tariff regulation. Currently, heat tariffs are linked to the natural gas price. Over three transitional phases, tariffs will gradually shift to a system based on actual and efficient costs. The Authority for Consumers and Markets (Autoriteit Consument & Markt, “ACM”) will establish and supervise the final tariff formulas and maximum tariffs (including a reasonable margin) for each heat parcel. This tariff regulation is intended to protect consumers. This new tariff structure will make heat tariffs fairer and more transparent. In addition, the Wcw imposes obligations on heat supply undertakings to apply reasonable (supply) conditions and to provide consumers with comprehensive information regarding heat supply agreements.
New small-scale collective heat systems serving up to 1,500 users may apply to the municipal executive for an exemption, enabling community-based or local initiatives to continue managing their heat systems under certain conditions. For existing small-scale systems, the Wcw requires that an exemption application be submitted within six months after the Act enters into force.
The Wcw includes transitional provisions for (among others) existing collective heat systems. The guiding principle is that the Wcw will also apply to existing situations. Heat supply undertakings currently operating a district heating network covered by the transitional regime will be designated under the Wcw for a maximum of 30 years, and the service area of the existing network will be deemed a heat parcel.
The bill has now been adopted by both the House of Representatives and the Senate and is expected to enter into force gradually from mid-2026. Further elaboration of the Wcw will follow in supplementary decrees and implementing measures. We will keep you informed of future developments. The Wcw transforms the regulatory framework for heat supply, with significant implications for municipalities, real estate developers, homeowner associations (VvE’s) asset managers and investors. We would be pleased to advise you on how this legislation may affect your real estate strategy.
De Wet collectieve warmte (Wcw) is op 3 juli 2025 door de Tweede Kamer aangenomen. De Wcw moet het gebruik van warmtenetten in goede banen leiden. Met deze wet wil de overheid de overstap naar duurzame energie versnellen. De gemeenten krijgen een regierol in de warmtetransitie volgens de Wcw. Betrouwbare, betaalbare warmtevoorziening en betere bescherming van gebruikers staan daarbij centraal en warmtebedrijven moeten voortaan grotendeels in publieke handen zijn. De belangrijkste doelen van de Wcw zijn het zorgen voor duurzame en betrouwbare levering van warmte en het beter beschermen van consumenten tegen hoge energiekosten.
Het wetsvoorstel is ingediend bij de Eerste Kamer en die heeft op 9 december 2025 het wetsvoorstel aangenomen. De Wcw is een uitgebreide wet met de volgende hoofdpunten.
De Wcw geeft het college van burgemeester en wethouders (B&W) de bevoegdheid om gebieden aan te wijzen als warmtekavel, wanneer het college meent dat een collectief warmtesysteem binnen dat gebied een geschikt alternatief is voor aardgas. Het college heeft veel vrijheid bij het bepalen van de omvang van de warmtekavel.
De omvang moet wel zodanig zijn dat een warmtebedrijf binnen de warmtekavel een collectieve warmtevoorziening op een doelmatige wijze kan aanleggen en exploiteren en dat de leveringszekerheid binnen de warmtekavel voldoende kan worden verzekerd. Dit moet dan leiden tot een efficiënte warmtetransitie. Gemeenten kunnen ook samenwerken met nabijgelegen gemeenten en een warmtekavel aanwijzen dat zich uitstrekt over het gebied van meerdere gemeenten.
Na vaststelling van een warmtekavel wijst het college van burgemeester en wethouders een warmtebedrijf aan dat exclusief bevoegd is om binnen de warmtekavel een warmtenet aan te leggen en te exploiteren. Het college van B&W kan niet iedere willekeurig warmtebedrijf aanwijzen. Op basis van de Wcw kan enkel een warmtebedrijf aanwijzen waarvan meer dan 50% van de aandelen in het warmtebedrijf direct of indirect in overheidshanden zijn. Het idee daarachter is dat de publieke zeggenschap wordt gewaarborgd over deze wezenlijke energievoorziening.
Gedurende de eerste 10 jaar na inwerkingtreding van de Wcw kan het college van B&W ook een warmtebedrijf voor een warmtekavel aanwijzen zonder een publiek meerderheidsbelang, indien er voor dat warmtekavel geen warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang beschikbaar is. De aanwijzing van een warmtebedrijf geldt voor een periode van tenminste 20 en maximaal 30 jaar.
De Wcw introduceert nieuwe regels met betrekking tot de in rekening te brengen tarieven. Op dit moment is de tariefregulering van warmte aan de gasprijs gekoppeld. In drie verschillende fases moet er sprake zijn van een geleidelijke overgang naar tarieven die op de werkelijke en efficiënte kosten zijn gebaseerd. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) zal de uiteindelijke tariefformules en maximumtarieven (inclusief een redelijke opslag) per warmtekavel vaststellen en controleren. De tariefregulering beschermt de consumenten. De Wcw geeft daarnaast het warmtebedrijf onder meer de verplichting om redelijke (leverings)voorwaarden te hanteren en om consumenten uitvoerig voor te lichten over de te sluiten warmteleveringsovereenkomsten.
Voor nieuwe kleine collectieve warmtesystemen tot maximaal 1500 verbruikers geldt een uitzonderingsmogelijkheid. Zij kunnen bij het college van B&W een ontheffing aanvragen, zodat ook kleinschalige of lokale initiatieven onder voorwaarden hun warmtevoorziening kunnen blijven beheren. Voor bestaande kleine collectieve warmtesystemen bepaalt de Wcw dat binnen 6 maanden na de inwerkingtreding van de wet een ontheffingsaanvraag moet worden ingediend.
De Wcw voorziet in overgangsrecht voor (onder andere) bestaande collectieve warmtevoorzieningen. Het uitgangspunt daarvan is dat de Wcw ook van toepassing wordt op bestaande situaties. Warmtebedrijven die momenteel een warmtenet exploiteren dat onder het overgangsrecht valt, worden op grond van de Wcw voor maximaal 30 jaar aangewezen als warmtebedrijf en het gebied waarover het warmtenet zich uitstrekt wordt aangemerkt als een warmtekavel.
Het wetsvoorstel is inmiddels door zowel de Tweede als de Eerste Kamer aangenomen en treedt op naar verwachting vanaf medio 2026 gefaseerd in werking. Verdere uitwerking van de Wcw zal in nadere besluiten en maatregelen plaatsvinden. Wij houden u op de hoogte van de komende ontwikkelingen. De Wcw verandert de wijze waarop de warmtevoorziening wordt geregeld. Dat heeft invloed op gemeenten, vastgoedontwikkelaars, VvE’s, beheerders en investeerders. Wij adviseren u graag over de juridische invloed van deze wet op uw vastgoedstrategie.