14 novembre 2022
On 21 October 2022 the Dutch Supreme Court handed down a decision in the case between Van Haren and Airwair (owner of the Dr Martens brand). The Supreme Court rejected the appeal filed by Airwair. This makes the earlier judgment of the court of appeal of The Hague in the case final. The court of appeal previously concluded that Van Haren's shoes are not slavish imitations of the Dr Martens shoes and that Van Haren therefore did not act unlawfully against Airwair. The Rotterdam court also reached that same verdict in early 2021. Margot van Gerwen, Lucas de Groot and Maarten Rijks of Taylor Wessing are assisting Van Haren in these proceedings against Airwair.
Airwair accused Van Haren in these cases of acting unlawfully by slavishly imitating Dr Martens' 1460, among others. Van Haren allegedly did so by selling various combat boots, such as the ones pictured below, which are pictured alongside Dr Martens' 1460:
Dr. Martens right, Van Haren boots left
Van Haren boots left, Dr. Martens right
The Rotterdam court reiterated the principle in established Dutch case law that imitation of a product not protected by an intellectual property right is possible in principle. Imitation is only not allowed if it may lead to confusion among the public and not everything that is reasonably possible has been done to prevent confusion due to similarity. And in such a case, the plaintiff must also show that its product has an "own position" in the market. This means that the appearance of the product must be different from other products already on the market. As Van Haren pointed to dozens of other similar combat boots that were on the market in 2020, the judge in Rotterdam ruled that Dr Martens' 1460 did not have that required own position. The Rotterdam court also found that Van Haren's shoes differed from the Dr Martens in several respects (including a lower shaft, a zip, different colour stitching and different heel loops) and because Van Haren's shoes were less expensive compared to the Dr Martens, consumers could not be confused.
The Court of Appeal in The Hague upheld the judgment of the Rotterdam District Court. Subsequently, Airwair filed an appeal with the Dutch Supreme Court and the Advocate General advised the Supreme Court to dismiss Airwair's appeal. The Dutch Supreme Court subsequently delivered its judgment on 21 October 2022 and indeed dismissed Airwair's appeal. As a result, the judgment of the court of appeal in The Hague became final and Van Haren remains free to sell the shoes that were part of this case.
Rotterdam court 12 January 2021
The Hague Court of Appeal 20 July 2021
AG's conclusion 10 June 2022
Supreme Court 21 October 2022
De Hoge Raad heeft op 21 oktober 2022 een arrest gewezen in de zaak tussen Van Haren en Airwair (eigenaar van het Dr. Martens merk). De Hoge Raad heeft het door Airwair ingestelde beroep afgewezen. Daarmee wordt de eerdere uitspraak van het gerechtshof Den Haag in deze zaak definitief. Het gerechtshof concludeerde eerder al dat de schoenen van Van Haren geen slaafse nabootsingen zijn van de Dr. Martens schoenen en dat Van Haren dus niet onrechtmatig heeft gehandeld tegen Airwair. Tot dat zelfde oordeel kwam de rechtbank Rotterdam begin 2021 ook al. Margot van Gerwen, Lucas de Groot en Maarten Rijks van Taylor Wessing staan Van Haren bij in deze procedure tegen Airwair.
Airwair beschuldigde Van Haren in deze zaken van onrechtmatig handelen door het slaafs nabootsen van onder meer de 1460 van Dr. Martens. Dat zou Van Haren doen met de verkoop van diverse combat boots, zoals de hieronder afgebeelde boots die naast de 1460 van Dr. Martens zijn afgebeeld:
Dr. Martens rechts, Van Haren boots links
Van Haren boots links, Dr. Martens rechts
De rechtbank Rotterdam herhaalde het uitgangspunt in vaste rechtspraak dat nabootsen van een product dat niet wordt beschermd door een recht van intellectuele eigendom in principe mogelijk is. Nabootsen is alleen niet toegestaan als dat tot verwarring bij het publiek kan leiden en niet alles is gedaan dat redelijkerwijs mogelijk is om te voorkomen dat door gelijkheid verwarring ontstaat. En in zo’n geval dient de eiser ook aan te tonen dat zijn product een ‘eigen gezicht’ in de markt heeft. Dat betekent dat het uiterlijk van het product moet afwijken van andere producten die al op de markt zijn. Omdat door Van Haren is gewezen op tientallen andere gelijksoortige combat boots die in 2020 op de markt waren, oordeelde de rechter in Rotterdam dat de 1460 van Dr. Martens niet dat vereiste eigen gezicht had. Ook vond de rechter in Rotterdam dat de schoenen van Van Haren op diverse punten afwijken van de Dr. Martens (onder andere een lagere schacht, een rits, andere kleur stiksel en andere hiellussen) en omdat de schoenen van Van Haren goedkoper zijn dat de Dr. Martens, zou de consument niet in verwarring kunnen raken.
Het gerechtshof in Den Haag heeft het vonnis van de rechtbank Rotterdam in hoger beroep in stand gelaten. Vervolgens heeft Airwair cassatie ingesteld bij de Hoge Raad en heeft de Advocaat Generaal aan de Hoge Raad geadviseerd om het beroep van Airwair af te wijzen. De Hoge Raad heeft vervolgens arrest gewezen op 21 oktober 2022 en het cassatieberoep van Airwair inderdaad afgewezen. Daarmee is het oordeel van het gerechtshof in Den Haag definitief geworden en blijft het Van Haren vrijstaan om de schoenen waar deze zaak over ging te verkopen.
Rechtbank Rotterdam 12 januari 2021
Gerechtshof Den Haag 20 juli 2021
Conclusie AG 10 juni 2022
Hoge Raad 21 oktober 2022